Het tekort aan schoolleiders in het basisonderwijs wordt steeds groter en zal voorlopig alleen nog maar verder groeien. Daarvoor waarschuwt Merel van Vroonhoven, die door onderwijsminister Slob is aangesteld als onafhankelijk aanjager van de aanpak van het lerarentekort. Bij het begin van het nieuwe schooljaar heeft volgens de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) een op de twintig basisscholen geen directeur.
En dat terwijl de problemen op basisscholen groot zijn. In veel regio’s zijn niet voldoende onderwijzers te vinden en de roosterproblemen zijn het afgelopen jaar nog groter geworden door uitval van personeel vanwege corona. Het kabinet heeft dit voorjaar 8,5 miljard euro beschikbaar gesteld voor een Nationaal Programma Onderwijsgelden. Maar bij de besteding van dat geld zijn juist schoolleiders belangrijk: zij moeten ervoor zorgen dat het zinvol wordt besteed aan het inlopen van onderwijsachterstanden.
Negatief imago
De oorzaak van het tekort aan schoolleiders is volgens diverse onderzoeken naast een relatief laag salaris vooral dat er veel administratief werk bij komt kijken, waardoor er te weinig tijd overblijft voor het besturen en ontwikkelen van beleid. Ook kampt het beroep, net als dat van leraar, met een negatief imago.
Volgens de AVS overweegt een op de vijf schoolleiders een andere baan te zoeken. Omdat er meer oudere schoolleiders met pensioen gaan dan er nieuwe schoolleiders bijkomen, zal het tekort alleen maar oplopen.
“ De werkzaamheden zijn ook steeds zwaarder geworden, je komt bijna niet toe aan ‘gewoon’ directeur zijn. ” –Interim-schoolleider Mirelle
Vermeulen Mirelle Vermeulen is interim-schoolleider op de scholenkoepel PCBO in Amersfoort. Zij valt tijdelijk in als directeur op scholen met openstaande vacatures. “Ik werk nu tijdelijk op basisschool Kon-Tiki in Amersfoort omdat de vorige directeur voor de zomervakantie ontslag heeft genomen en de vacature voor een vervanger nog steeds niet is vervuld. Ik heb eigenlijk altijd werk als interim-directeur en ik merk dat het tekort aan schoolleiders een groot probleem is.”
Dat heeft meerdere oorzaken, zegt Vermeulen. “Zoals de salariskloof tussen de directeur van een basisschool en van een bedrijf. Zelfs in de nieuwe CAO verdien je net iets meer dan een leerkracht, terwijl je veel meer verantwoordelijkheden hebt.”
De werkzaamheden zijn ook steeds zwaarder geworden, zegt Vermeulen. “Je komt bijna niet toe aan ‘gewoon’ directeur zijn. En ik mis het vertrouwen vanuit de overheid. Neem de gelden vanuit het Nationaal Programma Onderwijs, de schoolleiders moeten dat allemaal vooraf verantwoorden en achteraf evalueren. Dat is weer flink wat werk erbij.”