De leervertraging die is opgelopen tijdens de COVID-19-crisis is ingehaald voor begrijpend lezen. Voor spelling en rekenen-wiskunde is de leergroei lager dan vóór de crisis. Met name kinderen van laag- en gemiddeld opgeleide ouders laten meer vertraging in leergroei zien.
Het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) publiceer op 17 mei j.l. vier nieuwe landelijke factsheets. Deze bevatten nieuwe cijfers naar aanleiding van twee jaren COVID-19-crisis, waarin scholen in het primair onderwijs twee keer de deuren hebben moeten sluiten, de kerstvakantie werd vervroegd en de aanhoudende uitval van leerlingen en leerkrachten tot veel gemiste schooltijd leidde. Na twee jaar is er nog steeds een duidelijk effect waarneembaar in vertraging van leergroei van leerlingen ten opzichte van de jaren vóór de crisis.
Begrijpend lezen lijkt terug op het niveau van voor de crisis. Er is geen significante vertraging meer, terwijl na één jaar COVID-19-crisis de vertraging in leergroei op dit domein het hoogst was. De leervertraging voor spelling leek vorig jaar ingelopen, maar er blijkt nu toch opnieuw vertraging te zijn. Voor spelling en rekenen-wiskunde hebben leerlingen in alle leerjaren (groep 3 t/m 7) significante vertraging in de leergroei opgelopen, blijkt uit deze nieuwe cijfers.
Leerlingen met laag- en gemiddeld opgeleide ouders worden nog steeds het hardste geraakt. Zij laten ook na twee jaar nog steeds de grootste vertraging in leergroei zien op de drie domeinen. Wel zijn de verschillen in de opgelopen vertraging kleiner geworden: in eerdere factsheets bleek de vertraging ruim 2 keer zo groot voor leerlingen van laagopgeleide ouders ten opzichte van leerlingen met hoogopgeleide ouders, nu is dat nog ruim 1,5 keer zo groot.
Bron: NCO