Basisschoolleerkrachten verdienen dit jaar evenveel als leraren op een middelbare school. Jarenlang was er een loonkloof tussen de beide functies, maar die verdwijnt in de nieuwe cao, kondigt de Algemene Onderwijsbond (AOb) vrijdag aan.
De afgelopen jaren waren er regelmatig protesten van leerkrachten in het basisonderwijs die het kabinet opriepen om hun loon te verhogen naar dat van leraren in het middelbaar onderwijs. Die loonkloof is nu van de baan. De vakbonden en onderwijskoepels kwamen tot een overeenkomst voor een cao die geldt met terugwerkende kracht tussen 1 januari van dit jaar en 31 mei. Meteen worden de onderhandelingen voor een reguliere cao voor dit jaar opgestart. Op Prinsjesdag in september vorig jaar was al duidelijk dat het kabinet dat verschil in salarissen wilde oplossen. Daar werd toen 500 miljoen euro voor uitgetrokken. Nu komt daar nog 900 miljoen euro bij, waardoor het totaalbedrag op bijna 1,5 miljard komt.
Hoeveel iedereen er nu precies op vooruitgaat, is moeilijk te zeggen volgens de AOb. “De salarisschalen van het primair onderwijs zijn verdwenen, iedereen valt nu onder de schalen van het voortgezet onderwijs. En de treden – de stapjes waarin het salaris jaarlijks omhoog gaat – zijn ook anders”, legt bestuurder Thijs Roovers uit. Het verschilt voor iedereen. “Niet iedereen gaat er maandelijks fors op vooruit”, zegt Roovers. “Het hangt af van in welke salarisschaal je zit, op welke trede en welke functie je hebt.” De AOb ontwikkelde wel een tool waarmee elke leerkracht zijn nieuwe salaris kan berekenen. Dat komt volgende week online.
Het kabinet trekt daarnaast 300 miljoen euro uit om de werkdruk in het middelbaar onderwijs aan te pakken. “Er is vaak veel aandacht voor basisschoolleerkrachten, maar in het voortgezet onderwijs is de werkdruk ook hoog”, zegt minister Dennis Wiersma (Onderwijs). Tenslotte wordt er volgend jaar 150 miljoen euro uitgetrokken om leerkrachten op scholen met kwetsbare leerlingen beter te betalen. Zo wil de minister het lerarentekort in die scholen oplossen. Henk Hagoort, voorzitter van de VO-raad, spreekt over een belangrijk akkoord. “Vooral omdat het om structurele investeringen gaat. Maar geld lost niet alles op. Daarom ben ik ook blij dat we met elkaar een werkagenda hebben gemaakt, die leidend is bij de gesprekken die volgen op dit akkoord.” Daarin komt een aantal speerpunten van het voortgezet onderwijs nadrukkelijk aan bod. Dan gaat het onder meer om het aantrekkelijker maken van beroep “door het realiseren van ontwikkeltijd voor docenten, het verder uitbouwen van het samen opleiden van leraren en het versterken van de positie van schoolleiders in het voortgezet onderwijs”.